Klappertandend van de vrieskou hang ik boven een van onze terrastafels. Met trillende handen probeer ik de camera van mijn iPhone op het gerecht te focussen. Makkelijker gezegd dan gedaan: ik krijg die koude klauwen maar niet stil. Ik houd mijn adem in en probeer het nog een keer. Woesh, rotwindvlaag! Weer een pluk kervel en een van de cressen weggewaaid. Mijn saus begint te stollen en de sla hangt er nu ietwat pips bij. Snel ren ik terug naar binnen en hoop dat een van de tachtig foto’s the one gaat zijn.
Ja, ik hoor er ook bij. Bij die mensen die denken dat ze alles zelf kunnen. Of in ieder geval zichzelf wel ‘even’ iets aan kunnen leren en er vervolgens mee weg kunnen komen. Eigenlijk ben ik gewoon stronteigenwijs. Weet ik wel. Best een goede eigenschap voor een chef-kok – al zeg ik het zelf – en een pre voor creatieve vrijheid. Wellicht soms wat lastig op andere vlakken. Maar mooie foto’s maken van mijn eigen eten kan ik ongetwijfeld zelf het beste. Toch?
De fotogekte begint al vroeg in de week. Zondag brainstormen, maandag alles bestellen, dinsdag vaak vergeefs proberen te rusten en dan fängt woensdag der Spass echt an. Fornuis vol pannen, snijplanken beladen met diverse groentes en een flinke mise-en-placelijst. Lollen in de keuken wordt afgewisseld met momenten van concentratie en stilte, terwijl de muziek op de achtergrond naadloos van deephouse naar BLØF springt. Hoe uitgewerkt of simpel het menu van die week ook is: voor het einde van de woensdagmiddag is het altijd een kleine race tegen de klok. Alles voor die perfecte foto die donderdag op tijd de socials en site op moet. Want, hoewel geschreven woorden ook sterk tot de verbeelding kunnen spreken, trekt een fraaigekleurde foto sneller de aandacht.
Als vrijdags de orders – en de eerste lentezonnestralen – binnenstromen, halen wij allen weer opgelucht adem. Het is een beetje zoals ik mij een bevalling voorstel. Zodra je baby er is, vergeet je de ontbering.
Met lichte afgunst kijk ik soms naar andere chefs. Weken van tevoren staan de foto’s van hun komende menu’s online en lijken ze alles te hebben uitgewerkt. Maar ach, ik ga er eigenlijk gewoon lekker op, die flexibiliteit en adrenaline. Lekker alles last minute, voorraden opmaken en werken met wat er voorhanden is. En dan komt het weekend en krijg je foto’s van blije gasten die zo hebben genoten van ons menu. Ja, volgende week weer dezelfde riedel: ik doe alles voor de juiste kiek.
Sacha Visser werkt als chef bij JAM!’s relatie STEK. Lees hier Sacha’s vorige column.